De vader, de zoon en het heilige feest: Recensie Groene Amsterdammer

Kroniek van kunst

Hadj

Verblijven in de Nes was de afgelopen week sowieso geen straf. Dat kwam onder meer door de geassimileerde-agnostische-Turkse-Neder- lander-met-twee-paspoorten-en-een-niet- onaanzienlijk-toneelspelerstalent Sadettin Kirmiziyüz, die zijn solovoorstelling De Vader, de Zoon en het Heilige Feest speelde. Met zijn vader is Sadettin vorig jaar op bedevaart naar Mekka geweest. Van deze bedevaart kennen wij westerlingen slechts één pregnant journaalbeeld, namelijk dat van een oneindige massa in het wit geklede mensen die op een plein rondom een zwarte kubus in een vrij hoog tempo tegen de klokrichting in, in het rond lopen. Meestal hoort er de mededeling van de journaallezer bij, hoeveel van die in het wit geklede mensen deze keer weer platgetrappeld of omvergedrukt zijn. Van Sadettin Kirmiziyüz horen we dat er aan die bedevaart veel meer vast zit.
De vertelling is om te beginnen buitengewoon geestig. Hij verstrekt sappige details over zijn schilderachtige stamboom, de anekdotes over de lange en kostbare reis zijn geweldig, over het jaar van zijn geboorte maakt hij langs de neus weg een wereldgrap, en hij heeft een vormgeving bedacht die in alle eenvoud een schot in de roos mag heten. Het toneelbeeld is al meteen het kwadraat van ons cliché over Mekka, hij projecteert de filmpjes die zijn vader heeft gemaakt van de hoogtepunten tijdens de reis op een manier die de vluchtigheid ervan benadrukt en de magie onderstreept. Kirmiziyüz is niet alleen een aanstekelijk prater, hij kruidt het verhaal met een grote reeks sappige details, die voor een belangrijk deel in zijn beweeglijke lijf zijn gaan zitten. Zo hebben de onderdelen die zijn familiegeschiedenis verbeelden een sterke vorm en een daarbij passende dictie, terwijl hij moeiteloos overschakelt naar een losse, water- vlugge vertelstijl als het over de hadj gaat. Je hebt na afloop niet slechts het idee prettig te zijn bijgepraat over iets waar je verdomd weinig van blijkt te weten, je krijgt de agnostische knipoog én een paar subtiele, actuele en politieke grappen er spelenderwijs bij geleverd.
Op een terras vooraf had ik een quasi-grappige reportage gelezen over het werkbezoek van cultuurstaatssecretaris Halbe Zijlstra aan het repetitielokaal van choreograaf Hans van Manen, en een rapport waarin kunstinstanties zelf de poten onder hun eigen stoel vandaan zagen (zoek op internet onder De Tafel van Zes, zeldzaam lafhartig baggerproza). Bij Sadettin Kirmiziyüz aangekomen dacht ik na een minuut of vijf: hier gaat het dus allemaal om, een paar plankieren en een gierende hartstocht. En dat pakt niemand ons ooit nog af. In de gaten houden dus, die jongen, hij gaat met nog veel meer moois komen!

LOEK ZONNEVELD