Avondland: Interview met Daniel Bertina
Contrast tussen culturen is juist geestig, spannend.
Amper twee weken na terugkomst in Nederland klom hij op het podium voor zijn solo Avondland (2008).
Theatermaker Sadettin Kirmiziyüz (Zutphen, 1982) had net samen met zijn moeder een wilde rondreis door Turkije achter de rug- met als einddoel een bezoek aan het familiegraf in Bursa. Het was een surreële tocht, die de pas afgestudeerde Kirmiziyüz in krap twee weken tot toneelstuk had verwerkt Met ontwapenende branie.
Ruim drie jaar later is het tijd om het stuk te hernemen, zegt Kirmiziyüz. “Avondland dreef op rauwe energie. Het was heel bijzonder om te zien waar mijn familie vandaan komt, maar ik was ook heel blij om weer in Nederland te zijn. Sindsdien
ben ik een paar keer teruggeweest, en heb Turkije op een nieuwe manier ervaren. De nieuwe versie van Avondland gaat meer over terugkijken en loslaten. Ik ben ouder geworden, ook als kunstenaar.”
In het verlengde hiervan richtte Kirmiziyüz vorig jaar een stichting op voor zijn theaterwerk – Trouble Man – en stond onlangs op de planken met het tweede deel in zijn serie: De vader, de zoon en het heilige feest. Samen met zijn vader ging de agnostische Kirmiziyiiz op bedevaart naar Mekka. Hierover maakte hij een hilarische en ontroerende onemanshow. Naast zichzelf speelt Kirmiziyüz in De vader, de zoon en het heilige feest de rol van verhalenverteller, en kruipt hij af en toe in de huid van pa. De voorstelling is vanaf november weer te zien.
In september wordt ook Avondland hernomen in Theater Frascati.
Er staan nog twee nieuwe producties gepland. In What’s happening brother? legt Kirmiziyüz zijn eigen levensloop naast die van zijn oudere broer Süleyman. “We delen onze genen en opvoeding, maar zijn totaal verschillende mensen geworden. Ik vraag me af hoe het kan dat ik kunstenaar werd en hij een soort Tony Soprano-light”
In Somedaymyprincewill.com, het laatste deel in de serie, toont Kirmiziyüz het verhaal van zijn jongere zus Sare. Zij vond de sfeer in Nederland anti-islamitisch en ging als reactie een hoofddoek dragen. Onlangs besloot ze om haar geboorteland voorgoed de rug toe te keren en verhuisde ze naar Istanboel.
“Ik voel me niet absoluut niet verscheurd tussen twee culturen,” benadrukt Kirmiziyüz. “Die contrasten vind ik juist geestig, spannend en absurd. Dat gevoel wil ik in mijn werk op een -speelse manier Iaten zien. Ik maak geen pijnlijke spagaat, maar doe een tapdans.”
Zijn familiegeschiedenis dient als basis voor de verhalen. Maar het is wel theater. “Dus je moet het verhaal af en toe een handje helpen. Het is geen documentaire, en ook zeker niet de bedoeling om de vuile was buiten te hangen.”
Overigens is de familie erg enthousiast over zijn werk. “Maar het is ook confronterend. Zo is mijn tante verbijsterd
dat ik absoluut niet in Turkije begraven wil worden. Dat is nog peanuts in vergelijking met de religieuze onderwerpen die ik in De vader, de zoon en het heilige feest heb aangesneden. Toch gaat het me niet om provocatie. Ik maak mijn voorstellingen altijd uit liefde en respect Dat weten ze.”
Als jonge theatermaker is Kirmiziyüz afhankelijk van de steun van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten en productiehuizen zoals het Huis van Bourgondie, Theater Frascati en coproducent De Nieuw Amsterdam – die allen door het bezuinigingsbeleid worden bedreigd. Kirmiziyüz heeft nog net genoeg geld om de vier verhalen in twee theaterseizoenen op de planken te zetten. “Ik voel een grote druk om mezelf als kunstenaar te bewijzen.”
Mede door de opkomst van het populisme en de vreemdelingenhaat raakte zijn afkomst met het theater verweven. “Een tijd geleden was ik in Istanboel voor het verlovingsfeest van mijn zusje. Het was tijdens het WK voetbal en mijn vader stond midden op het Taksimplein, gehuld in een enorne rood-wit-blauw geblokte trui en gewapend met een knaloranje vuvuzela, waaruit het Wilhelmus schalde. Hoe Hollands wil je het hebben?”
“Maar als ik hem nu hoor praten, schrik ik. Mijn vader is verbitterd geraakt over Nederland. Daar moet ik het over hebben. Juist nu.”